HOOGMOED
“HOOFD” van de hoofdzonden
Eer, aan wie ere toekomt! De hoogmoed is niet alleen een hoofdzonde, het is de hoofdzonde bij uitstek, waardoor alle kwaad voortkomt. Let wel op want ze verbergt zich in ons.
1.1 BEN IK HOOGMOEDIG?
Enkele tekenen waardoor we de hoogmoed in ons kunnen herkennen:
Altijd gelijk willen hebben, nooit zijn eigen vergissing kunnen toegeven. Nooit hulp kunnen vragen.
Geen kritiek kunnen verdragen, of enkel "vriendelijke bemerkingen" aanvaarden of enkel de bemerkingen die komen van personen die men graag ziet. Een variant daarvan is: voortdurend de anderen beschuldigen.
Meer spijt hebben over een fout omdat ze in het openbaar gebeurd is. Gedurende een middagmaal barst ge in woede uit! Ge begaat een flater tijdens een familiefeest! Daarna hebt ge niet zozeer spijt over het feit zelf maar wel omdat het in het publiek gebeurde en omdat ge daardoor gezichtsverlies leed en uw eigen imago geschonden hebt.
De name-dropping waardoor men het maar normaal vindt dat men een bepaalde klasse van mensen opzoekt:" Zeg, de ambassadeur van Frankrijk in Noorwegen, dat is een vriendelijk man!" Hoe weet gij dat? Oh, had ik u dat nog niet gezegd, ik ben gisteren avond met hem gaan dineren."
De behoefte om zichzelf op de voorgrond te plaatsen.
1.2 DE HOOGMOED
Omschrijving
De hoogmoed is de leider van het peleton, de geletrui-drager. Hij draagt ook de naam van eigenliefde, zelfgenoegzaamheid, ijdele roem, ijdelheid, minachting, verwaandheid, grootheidswaanzin.
De hoogmoed staat aan het hoofd van zes andere hoofdzonden: de gulzigheid, de ontucht, de gierigheid, de jaloersheid, de luiheid en de woede. Deze zeven brengen volgende zonden met zich mee: lafheid, kwaadspreken, onenigheid, ontrouw, eerzucht, liegen, geweld enz... De lijst is oneindig. De hoogmoed is in heel de geschiedenis van de mensheid terug te vinden
De hoogmoed is niet alleen een hoofdzonde, maar het is de hoofdzonde bij uitstek. De voornaamste zonde. Inderdaad de hoogmoed ligt aan de grondslag van elke zonde zegt het boek Wijsheid 13,13. In het diepste diep van elke zonde sluimert een subtiele voorkeur voor zichzelf. De hoogmoed is juist deze ongeordende eigenliefde.
De hoogmoedige mens leidt onder een kanker van het ego. Hij plaatst zijn eigen persoon in het centrum van de wereld, in zijn eigen centrum. De Fransen gebruiken het woord "superbe", om iets aan te duiden "wat hen overstijgt". De hoogmoedige "le superbe" voelt zich méér dan de anderen. Hij is aanstellerig, eigenzinnig, verwaand. Soms onder het mom van nederigheid. De uitzaaiingen van de hoogmoed sluipen overal binnen.
De H. Schrift is niet zacht voor de hoogmoedigen. Het Oude en het Nieuwe Testament zeggen "God weerstaat aan de hoogmoedigen maar aan de nederigen schenkt Hij Zijn gunsten ( Spr. 3,34; Jak. 4,6; 1 P.5,5). De Heer slaat de trotsen van hart uiteen (Lc. 1, 51) en vernedert wie zich verheft (Mt. 23,12). Jezus maakt van de nederigheid het hart van de eerste zaligspreking: " Zalig de armen, de nederigen van hart" (Mat 5,3) Hijzelf geeft er het voorbeeld van door zichzelf te vernederen (Fil. 2,6-11) en door zichzelf tot dienaar te maken.
De zonde van hoogmoed bestaat in de "overdrijving".
Let wel op: de hoogmoed bestaat in een overdreven eigenliefde, maar de eigenliefde op zichzelf is niet slecht. Ik moet mezelf niet haten. Zichzelf haten is ook hoogmoed. De zelfwaardering is een noodzakelijke eigenschap in het leven. Volwassen worden is zichzelf worden, zijn eigen smaak ontwikkelen, zijn eigen meningen hebben, denken vanuit zichzelf en vanuit zichzelf kunnen beslissen. Hoeveel mensen voelen zich niet onderdrukt door anderen (hun echtgenoot (ote), hun verantwoordelijke enz...)! Dat zijn personen die geen eigenwaarde ontwikkeld hebben waardoor ze niet in staat zijn zich niet door anderen te laten vertrappen.
De hoogmoed heeft een keerzijde: te weinig bekommerd zijn voor eigen vervolmaking. Dat is ook een gebrek "Uit een te grote nederigheid kan ook hoogmoed voortkomen en deze hoogmoed is nog duizendmaal subtieler dan de wereldse hoogmoed, die maar een schijnroem is" schrijft Bernanos.
Wanneer de H. Bernardus predikte voelde hij op zekere dag een ijdele roem in zich opkomen. Hij wil de preekstoel verlaten maar de H. Geest zegt hem:" Blijf hier". Het was scrupulositeit en geen hoogmoed.
Hoe kunnen we de zonde van hoogmoed onderscheiden van de juiste vorm van eigenliefde?
Er bestaan twee criteria:
De hoogmoedige leeft voor zichzelf.
de eerste onderscheidingsregel is dat de hoogmoedige voor zichzelf leeft. Hij heeft geen liefde voor de anderen. En als hij ze bemint is het ten slotte nog voor zichzelf. Doe maar een test! Naar wie gaan uw gedachten het eerst s'morgens bij het opstaan, naar uzelf? Naar uw echtgenoot? Naar uw kinderen? Naar God? Tijdens een diner met vrienden neemt een heer plots het woord en zegt:" Dit jaar beeindig ik mijn eindwerk, ik begin een licentie in sociologie en indien ik nog tijd vind schrijf ik me ook nog in voor een engelse cursus en ik...."- Ik, ik, ik... onderbreekt zijn vrouw hem, met een glimlach, en waar is er plaats voor ons?". Deze vorm van hoogmoed noemt men egoisme. Een kind gaf de volgende bepaling ervan:" Een egoist is iemand die niet aan mij denkt!" De hoogmoedige is zo sterk in het centrum van zijn leven dat hij er God verjaagt. Als God niet in het centrum staat is Hij nergens. De hoogmoedige handelt niet tot Gods eer en glorie, noch uit liefde tot de naasten maar uit eigenliefde.
De hoogmoedige leeft vanuit zichzelf.
De hoogmoedige leeft niet alleen voor zichzelf maar ook vanuit zichzelf. Dat is de tweede onderscheidingsregel. Het is een vorm van hoogmaed die nog meer verfijnd is en die overal wil binnensluipen tot in de goedheid en de heiligheid toe. Men kan edelmoedig zijn, zich inzetten voor anderen, godvruchtig zijn en toch hoogmoedig zijn; men leeft voor God en voor de anderen, maar vanuit zichzelf. Deze hoogmoedige is de onafhankelijke. De Pastoor van Ars trok er de aandacht op en zei: " Als we zondigen uit hoogmoed (...) zeggen we tegen God dat we in alles onafhankelijk zijn." De onafhankelijke controleert alles maar wil zelf niet gecontroleerd zijn. Hij neemt zijn bestaan volledig in handen en schrikt er voor terug om aan iemand raad te vragen. Zo'n persoon wordt in onze samenleving wel eens opgehemeld. Het is belangrijk dat we inzien dat "zelfgenoegzaamheid" synoniem is van "hoogmoed": de hoogmoed bestaat erin dat de mens genoeg heeft aan zichzelf. Dat is ook de zonde van de Duivel die de grootheidswaanzin in persoon is.
1.3. ENKELE HULPMIDDELEN
Bewust worden van de ernst van de hoogmoed.
"God weerstaat de hoogmoedigen" (Jk. 4,6) Cassianus bevestigt dit:" De hoogmoed is zo `n erg kwaad omdat ze zich niet richt tegen een engel, noch tegen andere tegengestelde deugden, maar omdat ze zich tegen God zelf richt." De trots, de hoogmoed valt God zelf aan en deze weerstand tegenover God vindt men niet terug in de andere zonden.
Verlangen naar de nederigheid.
De hoogmoed wordt verdreven door het tegenovergestelde: de nederigheid. Maar je verwerft een deugd enkel door allerlei kleine daden te stellen. "Er zijn veel vernederingen nodig om een beetje nederig te worden" zei de Heilige Bernadette. Maar de ergste vernederingen en de meest vruchtbaarste zijn de vernederingen die we zelf niet kiezen...
Word een "huisvriend" van God.
Dit kun je op twee manieren: word een "herkauwer" van Gods Woord (J.15,3) d.w.z.: wees er intens mee bezig; en doe aan stille aanbidding, geheel op Hem gericht, waarin je niets zoekt voor jezelf. Waarin je heel eenvoudig bij Hem bent, zonder iets te zeggen of te doen...
Leg je toe op een houding van bescheidenheid.
Wees er niet op uit op te vallen
Niet mokken of pruilen.
Mokken is ook een vorm van trots! Het bewijs ervan is dat er veel nederigheid nodig is om weer open te komen voor de ander.
Leer in het geheim te geven, zonder dat iemand het weet (Mt. 6,1-4)
Indien je de neiging hebt edelmoediger te zijn wanneer je met vrienden op wandel bent, neem dan het voornemen evenveel en even dikwijls iets aan de armen te geven wanneer je alleen bent.
Aanvaard je emoties.
De onafhankelijke mens die alles onder controle heeft moet leren om zijn eigen lichaam, zijn eigen emoties te accepteren. Durf zwak zijn: ook dat is een vorm van nederigheid. De Heer schaamde zich niet te wenen bij het graf van Lazarus. Onze tranen van smart, van vreugde, van liefde, van berouw, kwetsen de Heer niet, maar Hij vergoddelijkt ze.
Erken wat je aan anderen te danken hebt.
Degene die in alles onafhankelijk wil zijn kan dat zachtjes afleren door de lofprijzing, waardoor men erkent dat men veel ontvangt. Een voorbeeld: de beroemde componist Olivier Messiaen zei tegen een journalist die hem kwam interviewen:" Schrijf vooral veel goeds over Marcel Dupre (een andere componist), aan hem heb ik alles te danken.
Lach om jezelf.
Een filmproducent die zeer met zichzelf ingenomen was zei altijd:" Ik ben des te blijer om mijn succes omdat ik van niets begonnen ben." Iemand die zich aan deze uitspraak ergerde merkte op " Hij heeft zeker een "heen en terug" genomen!"
(Pascal Ide en Luc Adrian " Famille Chretienne " n° 1226 du 14-20 juillet 2001