De rust in de Geest

Het leven “in de Geest” vertoont verschillende vormen die de werking van de Geest uitdrukken; sommige van die vormen hebben ons eerst wat verbaasd maar komen nu meer en meer geloofwaardig over. Dit is het geval bij de tongenzang, de genezing en de handoplegging. Een andere genade die minder gekend is, is de rust in de Geest.
Het onderscheid tussen het echte en onechte (wat van goddelijke, van menselijke, of zelfs van duivelse oorsprong is) ligt hier heel subtiel. Het is dus noodzakelijk het echte uit het onechte te ontwarren. In dit artikel onthult Pater O. Melançon de theologische grondslagen van de rust in de Geest en toont aan hoe we ons tegen eventuele valstrikken kunnen beschermen.

 

De bekering van het hart bevorderen.


Het is belangrijk dat we even terugdenken aan de evolutie die er geweest is in verband met de vervulling van de Geest. Oorspronkelijk was deze geestelijke gunst enkel gegeven aan de vooruitstrevenden in het geestelijk leven. Tegenwoordig is die genade aan velen geschonken. Dààr waar die genade eertijds gereserveerd was voor de gevorderden in het geestelijk leven, kunnen tegenwoordig velen onder ons de vruchten ervan smaken. Deze ervaring heeft als doel het geestelijk leven te verdiepen of een bekering van het hart te bewerken.

 

Waarover gaat het eigenlijk?


Meestal is de rust in de Geest het gevolg van een handoplegging of een aanraking van de handen op het hoofd, alhoewel dit gebaar niet altijd noodzakelijk is. De persoon voelt zich uitgenodigd tot overgave. Zijn medewerking uit zich in een lichamelijke machteloosheid: de persoon begint te wankelen en valt stilaan achterover. Met zijn toestemming nemen zijn fysieke krachten meer en meer af. Het “vallen is het gevolg van een krachtige werking van de Geest, die het lichaam niet kan verdragen. De persoon is als het ware verblind door de sterkte van de innerlijke aanwezigheid van de Geest, zelfs indien dit alles dieper gaat dan ons gevoel. De psyche en de zintuigen kunnen zich onmogelijk aan zó een intense geestelijke ervaring aanpassen. Wanneer men alleen maar naar het uiterlijke kijkt kan de rust in de Geest enkele gelijkenissen vertonen met een toestand van hypnose, van hysterie, slaapziekte, catalepsie enz. Maar deze gelijkenis is enkel uiterlijk en slaat enkel terug op de lichamelijke tekenen, die bij de rust in de Geest weinig belang hebben. De inbeelding kan soms meewerken om de rust in de Geest zelf te verwekken, maar het belang hiervan mag niet overschat worden.

 

Een bezoek van de Geest.


Wanneer de persoon op de grond “rust”, lijkt het alsof hij in een halve slaaptoestand is, gedompeld in een diepe rust. Hij geniet van een grote innerlijke vreugde, van een intense goddelijke liefde, die soms met een lichamelijke of innerlijke genezing of met een diepe bekering gepaard gaan. De rust in de Geest geeft meestal nieuwe lichamelijke of geestelijke krachten, zoals de natuurlijke slaap onze lichamelijke krachten herstelt. De rust in de Geest is een herstellende remming. Toch moeten we doen opmerken dat het “vallen” niet altijd noodzakelijk is en ook geen voorwaarde is om de genade ervan te ontvangen. Trouwens, degenen die niet “vallen” ontvangen meestal anderen lichamelijke tekens die met een grote vrede en zachtheid gepaard gaan, zoals: duizeligheid, beven, verzwakte benen. Het innerlijk gevoel van de rust in de Geest schijnt dus ook voor te komen bij de mensen die niet “vallen”.

 

Een nieuwe vervulling van de Geest.


We weten dat de goddelijke zendingen, dit wil zeggen de zending van de Zoon en van de H.Geest, op een zichtbare of op een onzichtbare manier kunnen gebeuren. Deze laatste is de belangrijkste vorm waarin de Drieëenheid in de ziel werkt.
De rust in de Geest is geen nieuwe komst van de Persoon van de H. Geest, die we reeds in ons doopsel ontvangen hebben; het is integendeel een nieuwe uitstorting van zijn genade en van zijn werking. Deze nieuwe uitstorting van de Geest vernieuwt en versterkt de relatie tussen die persoon en de H. Geest die reeds in hem woont. Zij bewerkt een intensere godservaring die een vuriger liefdevolle kennis als gevolg zal hebben. De rust in de Geest is dus een gevolg van een goddelijke zending, want zij bewerkt een vooruitgang in het geestelijk leven en is een nieuwe vorm van heiligmakende genade.

 

Een andere vervulling?


De rust in de Geest is het gevolg van een nieuwe vervulling van de H; Geest, maar verschilt van de vervulling die we ontvangen bij een vernieuwde uitstorting van de H. Geest. De geestelijke ervaring bij de rust in de Geest speelt zich blijkbaar af op het niveau van het verstand; de aandacht is meer gericht op de actuele ervaring van Gods nabijheid. Het verstand is afgeleid van uiterlijke realiteiten en wordt op het goddelijk leven gericht; maar terzelfder tijd kunnen ook persoonlijke beperktheden aan het licht gebracht worden. Er is dus een toename van een innerlijke helderheid, een innerlijk licht op God en op zichzelf. De H. Geest bewerkt geen leegte in het verstand maar heft dit tijdelijk op om het intenser op God te richten.

 

Een licht op onze weg.


De rust in de Geest kan vergezeld gaan met een nieuw licht, een nieuw inzicht dat men ontvangt in verband met God, met Christus, op Zijn Barmhartigheid, op de waarde van het geestelijk leven, op de noodzaak van bekering, op mijn mislukkingen, mijn gebreken, mijn ontgoochelingen enz. Dit nieuw inzicht is niet altijd volledig klaar tijdens de rust in de Geest zelf, maar verduidelijkt zich meer en meer in de uren en dagen die erop volgen.

 

Hoe de rust in de geest ontvangen?


In het algemeen ondervinden we dat een persoon, die over het algemeen openstaat voor de werking van de Geest – of zij nu ver gevorderd is in het geestelijk leven of niet – vatbaarder is voor de rust in de Geest. Eén verschil is er toch wel op te merken: een persoon die al verder staat in het geestelijk leven zal meestal rustig en vredevol blijven tijdens deze ervaring, terwijl een andere persoon meer aan emoties onderhevig is. Indien een persoon de rust in de Geest niet ontvangt, kan deze persoon toch heilig zijn en reeds de gewoonte hebben om zich door de Geest te laten leiden. In ieder geval moeten we voorzichtig zijn in ons oordeel over personen die de rust in de Geest wel of niet ontvangen. Samenvattend kan men zeggen dat men de rust in de Geest niet ontvangt omdat men weerstand biedt en de Geest weigert, ofwel omdat men reeds een gewoonte in zich heeft aangenomen om vanuit de Geest te leven.

Het is ook belangrijk dat men de rust in de Geest niet zoekt voor zichzelf, maar ze ontvangt als een gave van de Geest. Het is ook belangrijk alle exaltaties van omstaanders en al het zoeken naar het spectaculaire te vermijden, want meestal is dit niet de manier waarop de Geest werkt.

 

Bron: Koinonia (volgens een artikel van Pater O. Melançon, c.s.c.)